"opfleuren" meaning in All languages combined

See opfleuren on Wiktionary

Verb [Nederlands]

Audio: nl-opfleuren.ogg
Forms: fleurde op [past], opgefleurd [past, participle], op te fleuren [active, infinitive, imperfect, present], zullen opfleuren op zullen fleuren [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen opfleuren op te zullen fleuren [active, infinitive, imperfect, future], hebben opgefleurd [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben opgefleurd [active, infinitive, perfect, present], opgefleurd zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], opgefleurd te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], opfleurend [imperfect, participle], opgefleurd [past, participle], ev. fleur op [imperative], fleur op [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, first-person], fleurt op [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], fleurt op [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], fleurt op [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], fleurt op [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, third-person], fleuren op [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, first-person], fleuren op [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, second-person], fleuren op [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, third-person], fleurde op [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, first-person], fleurde op [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], fleurde op [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], fleurde op [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], fleurde op [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, third-person], fleurden op [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, first-person], fleurden op [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, second-person], fleurden op [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, third-person], zal opfleuren [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, first-person], zult opfleuren [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal opfleuren [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zult opfleuren [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal opfleuren [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zult opfleuren [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal opfleuren [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, third-person], zullen opfleuren [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, first-person], zullen opfleuren [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, second-person], zullen opfleuren [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, third-person], zou opfleuren [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, first-person], zou opfleuren [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zou(dt) opfleuren [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zoudt opfleuren [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zou opfleuren [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, third-person], zouden opfleuren [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, first-person], zouden opfleuren [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, second-person], zouden opfleuren [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, third-person], opfleur [subordinate-clause, present], opfleurt [subordinate-clause, present], opfleurt [subordinate-clause, present], opfleurt [subordinate-clause, present], opfleurt [subordinate-clause, present], opfleurde [subordinate-clause, past], opfleurde [subordinate-clause, past], opfleurde [subordinate-clause, past], opfleurde [subordinate-clause, past], opfleurde [subordinate-clause, past], opfleurden [subordinate-clause, past], opfleurden [subordinate-clause, past], opfleurden [subordinate-clause, past], zal opfleuren op zal fleuren [subordinate-clause, future], zult opfleuren op zult/zal fleuren [subordinate-clause, future], zal opfleuren op zult/zal fleuren [subordinate-clause, future], zult opfleuren op zult/zal fleuren [subordinate-clause, future], zal opfleuren op zult/zal fleuren [subordinate-clause, future], zult opfleuren op zult fleuren [subordinate-clause, future], zal opfleuren op zal fleuren [subordinate-clause, future], zullen opfleuren op zullen fleuren [subordinate-clause, future], zullen opfleuren op zullen fleuren [subordinate-clause, future], zullen opfleuren op zullen fleuren [subordinate-clause, future], zou opfleuren op zou fleuren [subordinate-clause, conditional], zou opfleuren op zou fleuren [subordinate-clause, conditional], zou(dt) opfleuren op zou(dt) fleuren [subordinate-clause, conditional], zoudt opfleuren op zoudt fleuren [subordinate-clause, conditional], zou opfleuren op zou fleuren [subordinate-clause, conditional], zouden opfleuren op zouden fleuren [subordinate-clause, conditional], zouden opfleuren op zouden fleuren [subordinate-clause, conditional], zouden opfleuren op zouden fleuren [subordinate-clause, conditional], heb opgefleurd [perfect, present, first-person], hebt opgefleurd [perfect, present, second-person], hebt opgefleurd [perfect, present, second-person], heeft opgefleurd [perfect, present, second-person], hebt opgefleurd [perfect, present, second-person], heeft opgefleurd [perfect, present, third-person], hebben opgefleurd [perfect, present, first-person], hebben opgefleurd [perfect, present, second-person], hebben opgefleurd [perfect, present, third-person], had opgefleurd [perfect, past, first-person], had opgefleurd [perfect, past, second-person], had opgefleurd [perfect, past, second-person], hadt opgefleurd [perfect, past, second-person], had opgefleurd [perfect, past, third-person], hadden opgefleurd [perfect, past, first-person], hadden opgefleurd [perfect, past, second-person], hadden opgefleurd [perfect, past, third-person], zal opgefleurd hebben [perfect, future, first-person], zal opgefleurd hebben [perfect, future, second-person], zult opgefleurd hebben [perfect, future, second-person], zult opgefleurd hebben [perfect, future, second-person], zal opgefleurd hebben [perfect, future, second-person], zult opgefleurd hebben [perfect, future, second-person], zal opgefleurd hebben [perfect, future, third-person], zullen opgefleurd hebben [perfect, future, first-person], zullen opgefleurd hebben [perfect, future, second-person], zullen opgefleurd hebben [perfect, future, third-person], zou opgefleurd hebben [perfect, conditional, first-person], zou opgefleurd hebben [perfect, conditional, second-person], zou opgefleurd hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt opgefleurd hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt opgefleurd hebben [perfect, conditional, second-person], zou opgefleurd hebben [perfect, conditional, third-person], zouden opgefleurd hebben [perfect, conditional, first-person], zouden opgefleurd hebben [perfect, conditional, second-person], zouden opgefleurd hebben [perfect, conditional, third-person], er wordt opgefleurd [impersonal, passive, present, imperfect], er is opgefleurd [impersonal, passive, present, perfect], er werd opgefleurd [impersonal, passive, past, imperfect], er was opgefleurd [impersonal, passive, past, perfect], er zal opgefleurd worden [impersonal, passive, future, imperfect], er zal opgefleurd zijn [impersonal, passive, future, perfect], er zou opgefleurd worden [impersonal, passive, conditional, imperfect], er zou opgefleurd zijn [impersonal, passive, conditional, perfect], opgefleurd worden [passive, infinitive, imperfect, present, short-form], opgefleurd te worden [passive, infinitive, imperfect, present], opgefleurd zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future, short-form], opgefleurd te zullen worden [passive, infinitive, imperfect, future], opgefleurd zijn [passive, infinitive, perfect, present, short-form], opgefleurd te zijn [passive, infinitive, perfect, present], opgefleurd zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future, short-form], opgefleurd te zullen zijn [passive, infinitive, perfect, future], word opgefleurd [singular, imperfect, present, first-person], wordt opgefleurd [singular, imperfect, present, second-person], wordt opgefleurd [singular, imperfect, present, second-person], wordt opgefleurd [singular, imperfect, present, second-person], wordt opgefleurd [singular, imperfect, present, plural, third-person], worden opgefleurd [singular, imperfect, present, plural, first-person], worden opgefleurd [singular, imperfect, present, plural, second-person], worden opgefleurd [singular, imperfect, present, third-person], werd opgefleurd [singular, imperfect, past, first-person], werd opgefleurd [singular, imperfect, past, second-person], werd opgefleurd [singular, imperfect, past, second-person], werdt opgefleurd [singular, imperfect, past, second-person], werd opgefleurd [singular, imperfect, past, plural, third-person], werden opgefleurd [singular, imperfect, past, plural, first-person], werden opgefleurd [singular, imperfect, past, plural, second-person], werden opgefleurd [singular, imperfect, past, third-person], zal opgefleurd worden [singular, imperfect, future, first-person], zult opgefleurd worden [singular, imperfect, future, second-person], zult opgefleurd worden [singular, imperfect, future, second-person], zult opgefleurd worden [singular, imperfect, future, second-person], zal opgefleurd worden [singular, imperfect, future, plural, third-person], zullen opgefleurd worden [singular, imperfect, future, plural, first-person], zullen opgefleurd worden [singular, imperfect, future, plural, second-person], zullen opgefleurd worden [singular, imperfect, future, third-person], zou opgefleurd worden [singular, imperfect, conditional, first-person], zou opgefleurd worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou opgefleurd worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zoudt opgefleurd worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zoudt opgefleurd worden [singular, imperfect, conditional, second-person], zou opgefleurd worden [singular, imperfect, conditional, plural, third-person], zouden opgefleurd worden [singular, imperfect, conditional, plural, first-person], zouden opgefleurd worden [singular, imperfect, conditional, plural, second-person], zouden opgefleurd worden [singular, imperfect, conditional, third-person], ben opgefleurd [perfect, present, first-person], bent opgefleurd [perfect, present, second-person], bent opgefleurd [perfect, present, second-person], is opgefleurd [perfect, present, second-person], zijt opgefleurd [perfect, present, second-person], is opgefleurd [perfect, present, third-person], zijn opgefleurd [perfect, present, first-person], zijn opgefleurd [perfect, present, second-person], zijn opgefleurd [perfect, present, third-person], was opgefleurd [perfect, past, first-person], was opgefleurd [perfect, past, second-person], was opgefleurd [perfect, past, second-person], waart opgefleurd [perfect, past, second-person], was opgefleurd [perfect, past, third-person], waren opgefleurd [perfect, past, first-person], waren opgefleurd [perfect, past, second-person], waren opgefleurd [perfect, past, third-person], zal opgefleurd zijn [perfect, future, first-person], zult opgefleurd zijn [perfect, future, second-person], zult opgefleurd zijn [perfect, future, second-person], zult opgefleurd zijn [perfect, future, second-person], zal opgefleurd zijn [perfect, future, third-person], zullen opgefleurd zijn [perfect, future, first-person], zullen opgefleurd zijn [perfect, future, second-person], zullen opgefleurd zijn [perfect, future, third-person], zou opgefleurd zijn [perfect, conditional, first-person], zou opgefleurd zijn [perfect, conditional, second-person], zou opgefleurd zijn [perfect, conditional, second-person], zoudt opgefleurd zijn [perfect, conditional, second-person], zoudt opgefleurd zijn [perfect, conditional, second-person], zou opgefleurd zijn [perfect, conditional, third-person], zouden opgefleurd zijn [perfect, conditional, first-person], zouden opgefleurd zijn [perfect, conditional, second-person], zouden opgefleurd zijn [perfect, conditional, third-person]
  1. er beter uit gaan zien Tags: ergative
    Sense id: nl-opfleuren-nl-verb-5L8T7WE5 Categories (other): Ergatief werkwoord in het Nederlands
  2. iets er beter uit doen zien Tags: transitive
    Sense id: nl-opfleuren-nl-verb-RKA9pP2M Categories (other): Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
The following are not (yet) sense-disambiguated
Translations (iets er beter uit doen zien): verschönern (Duits), flourish (Engels)
Categories (other): Ontbrekend geluid, Retrograad van het Nederlands, Samenstelling in het Nederlands, Scheidbaar werkwoord in het Nederlands, Vervoeging in het Nederlands, Werkwoord in het Nederlands, WikiWoordenboek:Sjabloon Link onbruikbare woordsoort in het Nederlands, Woorden in het Nederlands, Woorden in het Nederlands met audioweergave, Woorden in het Nederlands van lengte 9, Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Samenstelling in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "WikiWoordenboek:Sjabloon Link onbruikbare woordsoort in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 9",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van op en fleuren"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "fleurde op",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opgefleurd",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "op te fleuren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opfleuren\nop zullen fleuren",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen opfleuren\nop te zullen fleuren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben opgefleurd",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opgefleurd zullen hebben",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgefleurd te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleurend",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "opgefleurd",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n fleur op",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "fleur op",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleurt op",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleurt op",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleurt op",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleurt op",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleuren op",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleuren op",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleuren op",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleurde op",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleurde op",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleurde op",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleurde op",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleurde op",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleurden op",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleurden op",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleurden op",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opfleuren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opfleuren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opfleuren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opfleuren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opfleuren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opfleuren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opfleuren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opfleuren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opfleuren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opfleuren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opfleuren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opfleuren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) opfleuren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opfleuren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opfleuren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opfleuren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opfleuren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opfleuren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleur",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleurt",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleurt",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleurt",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleurt",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleurde",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleurde",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleurde",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleurde",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleurde",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleurden",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleurden",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleurden",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opfleuren\nop zal fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opfleuren\nop zult/zal fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opfleuren\nop zult/zal fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opfleuren\nop zult/zal fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opfleuren\nop zult/zal fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opfleuren\nop zult fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opfleuren\nop zal fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opfleuren\nop zullen fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opfleuren\nop zullen fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opfleuren\nop zullen fleuren",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opfleuren\nop zou fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opfleuren\nop zou fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) opfleuren\nop zou(dt) fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opfleuren\nop zoudt fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opfleuren\nop zou fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opfleuren\nop zouden fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opfleuren\nop zouden fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opfleuren\nop zouden fleuren",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt opgefleurd",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is opgefleurd",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd opgefleurd",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was opgefleurd",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal opgefleurd worden",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal opgefleurd zijn",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou opgefleurd worden",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou opgefleurd zijn",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "opgefleurd worden",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgefleurd te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opgefleurd zullen worden",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgefleurd te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "opgefleurd zijn",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgefleurd te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opgefleurd zullen zijn",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgefleurd te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "op·fleu·ren",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Ergatief werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Hij was na dat heerlijke weekeinde weer een stuk opgefleurd."
        }
      ],
      "glosses": [
        "er beter uit gaan zien"
      ],
      "id": "nl-opfleuren-nl-verb-5L8T7WE5",
      "tags": [
        "ergative"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Zij fleurde de kamer op met wat bloemen."
        }
      ],
      "glosses": [
        "iets er beter uit doen zien"
      ],
      "id": "nl-opfleuren-nl-verb-RKA9pP2M",
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-opfleuren.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/1/15/Nl-opfleuren.ogg/Nl-opfleuren.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-opfleuren.ogg"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "iets er beter uit doen zien",
      "sense_index": 2,
      "word": "verschönern"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "iets er beter uit doen zien",
      "sense_index": 2,
      "word": "flourish"
    }
  ],
  "word": "opfleuren"
}

{
  "categories": [
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Samenstelling in het Nederlands",
    "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "WikiWoordenboek:Sjabloon Link onbruikbare woordsoort in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 9",
    "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands"
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van op en fleuren"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "fleurde op",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opgefleurd",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "op te fleuren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opfleuren\nop zullen fleuren",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen opfleuren\nop te zullen fleuren",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben opgefleurd",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opgefleurd zullen hebben",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgefleurd te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleurend",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "opgefleurd",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n fleur op",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "fleur op",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleurt op",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleurt op",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleurt op",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleurt op",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleuren op",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleuren op",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleuren op",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleurde op",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleurde op",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleurde op",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleurde op",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleurde op",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleurden op",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleurden op",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "fleurden op",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opfleuren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opfleuren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opfleuren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opfleuren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opfleuren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opfleuren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opfleuren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opfleuren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opfleuren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opfleuren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opfleuren",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opfleuren",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) opfleuren",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opfleuren",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opfleuren",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opfleuren",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opfleuren",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opfleuren",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleur",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleurt",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleurt",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleurt",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleurt",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleurde",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleurde",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleurde",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleurde",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleurde",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleurden",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleurden",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "opfleurden",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opfleuren\nop zal fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opfleuren\nop zult/zal fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opfleuren\nop zult/zal fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opfleuren\nop zult/zal fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opfleuren\nop zult/zal fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opfleuren\nop zult fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opfleuren\nop zal fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opfleuren\nop zullen fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opfleuren\nop zullen fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opfleuren\nop zullen fleuren",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opfleuren\nop zou fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opfleuren\nop zou fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) opfleuren\nop zou(dt) fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opfleuren\nop zoudt fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opfleuren\nop zou fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opfleuren\nop zouden fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opfleuren\nop zouden fleuren",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opfleuren\nop zouden fleuren",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgefleurd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "er wordt opgefleurd",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er is opgefleurd",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "present",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er werd opgefleurd",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er was opgefleurd",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "past",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal opgefleurd worden",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zal opgefleurd zijn",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "future",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou opgefleurd worden",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "imperfect"
      ]
    },
    {
      "form": "er zou opgefleurd zijn",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "impersonal",
        "passive",
        "conditional",
        "perfect"
      ]
    },
    {
      "form": "opgefleurd worden",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgefleurd te worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opgefleurd zullen worden",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgefleurd te zullen worden",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "opgefleurd zijn",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgefleurd te zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opgefleurd zullen zijn",
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "opgefleurd te zullen zijn",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "passive",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "word opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "wordt opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "worden opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werdt opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werd opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "werden opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgefleurd worden",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "singular",
        "imperfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "ben opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bent opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijt opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "is opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zijn opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waart opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "was opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "waren opgefleurd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden opgefleurd zijn",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "opfleuren/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "op·fleu·ren",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Ergatief werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Hij was na dat heerlijke weekeinde weer een stuk opgefleurd."
        }
      ],
      "glosses": [
        "er beter uit gaan zien"
      ],
      "tags": [
        "ergative"
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Overgankelijk werkwoord in het Nederlands"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "Zij fleurde de kamer op met wat bloemen."
        }
      ],
      "glosses": [
        "iets er beter uit doen zien"
      ],
      "tags": [
        "transitive"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-opfleuren.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/1/15/Nl-opfleuren.ogg/Nl-opfleuren.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-opfleuren.ogg"
    }
  ],
  "translations": [
    {
      "lang": "Duits",
      "lang_code": "de",
      "sense": "iets er beter uit doen zien",
      "sense_index": 2,
      "word": "verschönern"
    },
    {
      "lang": "Engels",
      "lang_code": "en",
      "sense": "iets er beter uit doen zien",
      "sense_index": 2,
      "word": "flourish"
    }
  ],
  "word": "opfleuren"
}

Download raw JSONL data for opfleuren meaning in All languages combined (29.5kB)

This page is a part of the kaikki.org machine-readable All languages combined dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2025-02-03 from the nlwiktionary dump dated 2025-01-20 using wiktextract (05fdf6b and 9dbd323). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.